Stippenkaart
Dat Amsterdam de Jiddische bijnaam Mokum draagt is geen toeval. Al sinds de zestiende eeuw woonde er een groeiende Joodse gemeenschap in de stad, waarvan de sporen nog altijd zichtbaar zijn. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog telde Amsterdam het grootste aantal Joodse inwoners: 80.000 van de 140.000 Nederlandse Joden. Slechts 17.000 van deze Amsterdammers zouden de oorlog overleven.
Op deze kaart zien we waar de Joodse slachtoffers in de stad woonden, voornamelijk in de centraal gelegen ‘Jodenbuurt’, de Oostelijk gelegen Transvaalbuurt en Amsterdam-Zuid. Elke stip is minimaal één slachtoffer. Zijn de stippen feller? Dan woonden er meerdere Joodse slachtoffers op deze locatie. Als een stip dooft, is het slachtoffer vermoord. De gedeporteerde, soms tijdens razzia’s uit hun huis gehaalde, Joodse Amsterdammers, stierven vooral in 1942 en 1943. In 1944 werd Amsterdam 'Judenrein' verklaard, personen die stierven na deze datum werden uit onderduik gearresteerd of waren al opgepakt.
Deze kaart is geïnspireerd op de beruchte ‘stippenkaart’, die lokale ambtenaren voor de bezetter opstelden. Zij maakten een kaart waarbij elke stip tien Joden voorstelde en het overzichtelijk werd in welke buurten de meeste Joden woonden. Dit hielp de bezetter met het organiseren van razzia’s om Joden op te pakken en gebieden als Joods concentratiegebied te bestempelen, een zogenaamd Judenviertel.